Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ziet, [26]Amarja, den hoofdpriester, is over u in alle zaak des HEEREN; en Zebadja, de zoon van Ismael, de vorst van het huis van Juda, in alle zaak des konings; ook zijn [27]de ambtlieden, de Levieten, [28]voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de HEERE zal met [29]den goede zijn. 26. Hieruit verstaat men dat te Jeruzalem twee onderscheidene opperste rechterstoelen geweest zijn; de ene die over geestelijke zaken, en de andere die over politieke geschillen oordelen moest; tot welke men van alle andere gerichten uit het ganse land appelleren mocht. Vergelijk Deut.17:18, enz.; idem Ex.18:26; Deut.1:15. 27. Zie 1 Kon.26:29, en het volgende met de aantekening. 28. Dat is, tot uw best, bereid om u te dienen. Zie gelijke manier van spreken Gen.13:9. 29. Te weten, mensen, of personen, die het goede voorhebben en pogen voor te staan; of met de goede zaken.